Foto 'Pride is Protest!' 2

Is een gay pride eigenlijk wel nog nodig ?!

Vandaag is het 50 jaar geleden dat de Stonewall-rellen uitbraken in New York. De rellen die aan de basis lagen van de eerste Gay Pride in New York. Er wordt wel eens de vraag gesteld: Is een Gay pride wel nog nodig? Ze hebben nu toch al hun rechten? Is de strijd nog niet gestreden dan? Om op die vraag te kunnen antwoorden, als daar al een éénduidig antwoord op zou bestaan, ga ik op zoek naar de verhalen van mensen uit de holebi-beweging in New York in 2019. Sommigen hebben de stonewall rellen overleefd, anderen hebben ze nooit meegemaakt. Maar de grote vraag is: Is er nog protest nodig de dag van vandaag om gelijke rechten van holebi’s in realiteit om te zetten?

Mark Segal is overlevende van de Stonewall-rellen

Eerst en vooral ontmoet ik Mark Segal, een Stonewall veteraan, journalist en activist. Mark Segal was er levendig bij wanneer de oorsprong gelegd werd voor het tot stand komen van de holebi-beweging bij Stonewall-rellen in 1969. Hij vertelt dat het symbolisch zo belangrijk is omdat het de eerste keer was dat de holebi’s samen als één blok tegen de politie optraden, die vaker invallen deed in het Stonewall Inn-cafeetje. In dat café werd in die tijd illegaal alcohol geserveerd aan holebi’s, iets wat we ons de dag van vandaag helemaal niet meer zouden kunnen inbeelden. Hierdoor ontstond de eerste Gay Pride in New York en kwam vervolgens de holebi-beweging in New York tot stand. Ook onze holebi-bewegingen zijn schatplichtig aan die rellen toen en de voorvechters als bijvoorbeeld Marsha P Johnson.

Volgens Mark is er al wel iets veranderd in die vijftig jaar, maar is het nog broodnodig dat er wordt gestreden voor het daadwerkelijk toepassen van die gelijke rechten. Hij vertelt dat holebi’s zijn nog altijd tweederangsburgers zijn in de VS. Vooral de ‘transgenders en queers of colour’ zijn het grootste slachtoffer van discriminatie. Aan hen heeft de holebi-gemeenschap veel te danken in de beginjaren, maar ze krijgen er nu het minst voor terug. Heel dubbel is dat. Het contrast is zelfs zo groot dat er verschillende nieuwe marsen in het leven geroepen worden. De grootste frustratie is dat de gelijke rechten geclaimd zijn door de witte homo-man die zich volledig heeft geïntegreerd in het dominante hetero-systeem. Het is volgens hen die witte homo-man die zich vervolgens distantieert van de andere holebi-subgroepen die niet in dat rijtje passen, omdat ze bang zijn dat ze zich te extravagant opstellen en daardoor de verworven rechten weer teniet zullen doen. Verschillende andere marsen strijden voor een alternatieve agenda: De ‘Queer liberation march’, de ‘Dike March’, de ‘Trans March’, de ‘Black March’. Het lijkt van op een afstand allemaal een beetje bombastisch en misschien wel ‘bij het haar gegrepen’. Maar als je echt met de mensen spreekt die het slachtoffer zijn van dagdagelijkse discriminatie, dan voel je dat het nodig is dat zij in opstand komen.

foto uit 'Pride is Protest', docu voor Vranckx en de Nomaden

Er is nog veel om voor te vechten

Er is nog veel om voor te vechten. Slachtoffers van aids krijgen nog steeds niet de nodige hulp. Veel holebi’s krijgen maar moeilijk een job en ze hebben met moeite een deftig dak boven hun hoofd soms. Er zijn wel initiatieven die hen ondersteunen, zoals ‘Ali Forney Center’ voor dakloze holebi’s of ‘Immigration Equality’ voor vluchtelingen, maar die zijn niet talrijk en zeker niet structureel breed verankerd. Op een avond aan de Stonewall Inn ontmoet ik Miss Simone. Ze is kwaad om de holebi-gemeenschap. Ze voelt zich verstoten, maar wil zich niet laten kennen. Ze is trots op wie ze is, en ik hoor een sterke vrouw aan het woord, waar ik diep respect voor voel. Er woedt veel frustratie. Dat voel je aan alles. Zoals in elke bruisende grootstad, voelt alles hier heel dubbel aan. Bij het bruisende Times Square bijvoorbeeld, waar grote winkelketens veelvuldig flirten met de regenboogvisuals en -campagnes omdat het nu World Pride is, stel je jezelf de vraag: Is dit steun betuigen of is dit ‘pinkwashing’? Ik weet het niet zeker, maar misschien is het een combinatie van beiden? Toch lijkt het erop dat het een modetrend is geworden. Als je beseft dat veel ‘transgenders of colour’ zich niet eens meer in het centrum van New York durven te vertonen omdat ze bang zijn aangevallen of verstoten te worden, en dat er in datzelfde centrum gedweept wordt met de regenboogkleuren omdat het deze week World Pride is, weet je dat het één niet zoveel met het andere te maken heeft.

Moet het niet elke dag Pride zijn?

Het zal raar doen om op de World Pride aanwezig te zijn. Het is de dag die symbool staat voor trots mogen zijn op wie je bent. Het is een ode aan de diversiteit. Maar het besef dat er maar één dag in het jaar daar echt even aandacht wordt aan gegeven, en het feit dat degenen die het meest kwetsbaar zijn, zich helemaal niet vertegenwoordigd voelen door die dag en de mensen die het organiseren, smaakt bitterzoet. Zou er ooit een dag komen waarin iedereen mag zijn wie hij of zij is? En mag het dat iemand zich niet als hij of zij wil benoemen? Kunnen we ermee leven dat zelfs onze woordenschat tekort schiet om de complexiteit rond gender en seksualiteit te doorgronden? En kan dat ooit als iets inspirerend gezien worden of zal er altijd moeten blijven gestreden worden? Vandaag is het alvast feest en wordt een ode gedaan aan de diversiteit. En ik heb de eer om daarbij te zijn!