In de nieuwe realiteit waar meningen tot een voetbalmatch herleid worden in kamp VOOR of TEGEN, zeg ik: ja, activisme is nog nodig.
En of dat ik het vandaag nog steeds nodig vind om me in te zetten als activist. Zeker en vast. Meer dan nodig. Ik noem mezelf activist van het brengen van ‘eerlijke verhalen’. Soms moeilijke verhalen. Bijna niet te snappen verhalen misschien. Verhalen die gevoelig kunnen liggen. En verhalen, waarvan ik denk, dat het bijna onmogelijk is om ze genuanceerd te kunnen brengen. Want als dàt lukt, dan pas bestaat de kans erin dat diegene die er naar luistert, er misschien ook iets aan heeft. In een wereld waarin populisme en ‘fake news’ als een virus de échte inhoud besmet tot een verdraaide waarheid, ben ik nog meer vastberaden dan ooit om échte verhalen te brengen. Als ik dan al van één iets in het leven een échte tegenstander moet zijn, dan is het van die serie oneliners die zo simpel te verteren is, dat ze in een mum van tijd één groep mensen in twee kampen verdeelt: VOOR of TEGEN. De één shot een balletje. Hoera. De ander scoort een doelpunt. Gejuich.
“Maar waar gaat dit eigenlijk over?”.
Dat zijn de woorden waarmee ik stamelend mijn stem verhef, als ik naar debatten kijk waarin persoon A alweer zijn eeuwige stokpaardjes poneert t.o.v. persoon B. Blijkbaar hebben ‘persoon A’ en ‘persoon B’ dat beiden tot hun grootste kunsten verheven.
Niet afwijken. Dit is wat ik denk.
Kom nu maar op jij, met jouw mening.
“Hoe zou de wereld eruitzien als ‘extreem niet akkoord’ en ‘extreem pro’ uitgeschakeld zouden worden”
De voetbalmatch is weer begonnen en de scheidsrechter van het debat doet zijn verwoede pogingen om dat nog in goede banen te leiden. Alleen. De scheidsrechter blijkt de ongevraagde gast aan de tafel. Verbindingen leggen? Waarom? Wij hebben elk onze mening. De kous is af. De match is over.
Hoe zou de wereld eruitzien als ‘extreem niet akkoord’ en ‘extreem pro’ uitgeschakeld zouden worden. Rode kaart. Van het veld af. Gewoon als oefening. Als teambuildingsoefening van ons denken. Zijn we dan bang om onze persoonlijkheid te verliezen?
Wie ben ik als ik durf niet te weten?
Ik bedenk dat de mooiste revoluties ontstaan zijn door strijders die extreem voor hun punt gingen. Ze offerden hun leven op om dat extreme punt te maken die de verandering in gang zou zetten. Het zijn ook mijn helden. Gandhi, Martin Luther King, Lumumba en de revolutionaire feministen… Maar die strijders vochten voor gelijke rechten. Ze vochten ervoor om scheve verhoudingen recht te trekken. Ze vochten niet om scheve verhoudingen nog meer te laten wankelen. Het waren altruïstische figuren die ten koste van zichzelf dàt grotere doel voor ogen hadden.
De luidste roeper blijkt niet meer het slachtoffer. Het slachtoffer wordt de speelbal
Vandaag de dag hoor ik soms luide roepers die aankaarten dat hun rechten in het gedrang komen, terwijl er nog steeds mensen zijn die nog niet eens een fractie van die rechten die zij ‘dreigen te verliezen’, in handen hebben gekregen. De rollen lijken omgedraaid. De luidste roeper blijkt niet meer het slachtoffer. Het slachtoffer wordt de speelbal.
Ik heb mezelf er ook op betrapt.
Toen ik eind juni ’19 een documentaire draaide in New York over de LGBTQ-scene daar, ontmoette ik een meisje die de ‘Dyke March’ organiseerde: Alexandra Tereschonkova. De ‘Dyke March’ is een vrouwenmars voor lesbiennes, transgenders en dragqueens. Eigenlijk een mars voor iedereen behalve de ‘hetero man’ die zichzelf ook ‘man’ voelt. Alvorens goed en lang naar haar te luisteren, zat ik daar met mijn vragen klaar. Ik zou eens goed kritisch zijn. Ik vroeg haar waarom heteromannen niet welkom zijn op de ‘Dyke March’. Of zij daardoor eigenlijk zélf ook niet discrimineert, nét datgene wat zij en haar beweging willen aankaarten. En ook de vraag of zo’n afgesplitste mars de ‘holebibeweging an sich’ niet zwakker zou maken op termijn, liet ik haar niet ontgaan.
Op al mijn vragen: geen duidelijk antwoord.
Resultaat? Meer stiltes en onbegrip dan iets wat voor een gesprek zou kunnen doorgaan. Hoe langer dit duurde, hoe meer onze blikken verstramden. Toen we uiteindelijk een paar minuten met stilte gevuld hadden, en we ondertussen alleen nog maar ongemakkelijk naar elkaar staarden, snapte ik het ineens.
Ik was het gesprek voorbijgevlogen. Ik had vanalles gevraagd. Allemaal interessante journalistieke invalshoeken. Maar… ik vergat door de passie heen mij open te stellen. Hoe kon dat gebeuren? Ik, die er een sport van maak om verhalen te snappen die ongrijpbaar zijn. Ik die zo graag naar mensen luister om me te laten inspireren door hun doelen en idealen.
Na vijftig jaar strijd zijn er in de VS gelijke rechten op papier, maar in de realiteit gelden ze nog steeds niet voor iedereen.
Ik was in de val getrapt. Even niet waakzaam geweest. Ik vergat de échte vragen te stellen. De vragen hoe zij denkt, wat zij voelt en om welke redenen zij handelt. De basisvragen dus. Mijn ‘eagerness’ had me de das omgedaan. Ik moest mezelf terugroepen.
‘Back to basic’ dan maar weer.
We beslisten dat we het gesprek zouden terugdraaien. Het akkefietje zou niet gebeurd zijn. We draaiden de voetbalmatch terug tot nét voordat ik ‘de goal’ scoorde.
Het gesprek kon eindelijk beginnen. Start. Go.
Wat volgde, was een intiem en open gesprek over haar ervaringen: “There are Dykes who pass… And there are Dykes who won’t and lose the battle“ .
“Sommige ‘Dyke vrouwen’ worden aanvaard en lopen geen risico’s, maar er zijn er evengoed die vermoord worden omdat ze er te extreem uitzien of nét die radicale homohater tegenkomen waartegen ze zichzelf niet kunnen beschermen. Na vijftig jaar strijd zijn er in de V.S. gelijke rechten op papier, maar in de realiteit gelden ze nog steeds niet voor iedereen. Vandaag de dag gaat het over een verdoken discriminatie zonder harde bewijzen. Daardoor is het nog veel moeilijker geworden om de discriminatie aan te pakken. En wie zoiets zelf nog nooit ondervonden heeft, snapt ook niet waarvoor wij strijden, wat het soms nog moeilijker maakt.” Ze schetste me hoe de identiteitspolitiek in de V.S. er toe heeft bijgedragen dat er een strikte hiërarchie is ontstaan binnen de LGBTQ-gemeenschap, en dat het daarom zo belangrijk is om vanuit de eigen community die scheve verhouding weer recht te trekken. Door naar haar verhaal te luisteren, ben ik ervan overtuigd geraakt dat een initiatief als de ‘Dyke March’ er moet zijn. En dat de mensen die erin marcheren, de enigen zijn die kunnen oordelen of zo’n mars al dan niet nog nodig is. Tot de scheve verhouding rechtgetrokken is, zullen ze blijven strijden en daar kon ik nu inkomen. Het kostte me alleen tijd en moeite om iets wat ik niet kende, tot me te laten doordringen.
Gelijkheid is het resultaat van menselijke organisatie, want we worden niet als gelijken geboren – Hannah Arendt
Na ons gesprek namen we afscheid met een warme knuffel en het grapje dat ‘er wel wat voor nodig was geweest om het ijs te breken’ en uiteindelijk is haar input een prachtig stuk in de documentaire geworden.
Soms wil ik ook op de barricades staan. De verandering teweeg brengen. Katalysator zijn. Maar voor nu kies ik de kant van de openheid. De deur op een kier. De match zonder doelpunten. Want ik denk dat we vooral dàt nodig hebben. Moeilijke, bijna onmogelijke gesprekken voeren. Gevoelige, bijna niet te snappen verhalen brengen. De nuance opzoeken, ook al lijkt die verstopt achter verraderlijke muurtjes. Zacht zijn voor degene die we niet snappen. Ons openstellen, voor welk idee ook. En waakzaam zijn. Voor elk vooroordeel die in ons sluipt, alvorens ons te informeren. Want het ligt altijd op de loer. Of we nu willen of niet. Het is helaas de aard van het beestje.
Ik geloof dat de kennis die we daarmee op zullen doen, ‘in the end’ zal leiden tot meer gelijkheid. Hannah Arendt schreef ooit: “Gelijkheid is het resultaat van menselijke organisatie, want we worden niet als gelijken geboren.” Met haar woorden in gedachten, besef ik dat we ons dringend moeten reorganiseren. In een andere manier van praten, denken en oordelen. Of voor nu, door weer gewoon te durven luisteren. Het basis-ingrediënt van een goed en diep gesprek, zodat de deur terug op een kier staat om ons te laten ontroeren en inspireren door dàt andere idee. Dat wat we nog niet kennen. Dat waar we misschien zelfs bang voor zijn. Dat wat ons nieuwe inzichten kan brengen.
En als we dat een keer een tijdje geprobeerd hebben, dan zullen we weer beter weten waarvoor te strijden. Maar eerst nog even blijven oefenen…
Recente reacties